Op deze pagina kunt u voor iedere discipline uitgebreide informatie lezen.
Kinderdiëtetiek
Een kinderdiëtist is een diëtist die zich met name richt op het geven van voedings- en dieetadvisering aan zwangeren, zogenden en kinderen van 0-18 jaar. In de kinderpraktijk kunt u voor zowel mono- als multidisciplinaire zorg van de diëtist terecht.
Wat kan de kinderdiëtist voor u betekenen?
Voeding en zwangerschap
Tijdens je zwangerschap wil je zo gezond mogelijk eten voor jezelf en je kind. Wat is een gezonde voeding? Wat mag wel, wat niet? Zijn er extra vitamines nodig? Heeft u last van misselijkheid, is er sprake van ongewenst gewichtstoename of –afname? De kinderdiëtist kan u helpen bij deze vragen en het aanpassen van uw voeding.
Koemelkallergie bij de zuigeling
Geeft u borstvoeding en is er een verdenking op koemelkallergie? De kinderdiëtist kan u helpen bij het stellen van de diagnose middels een eliminatiedieet van 4 weken waarbij verdachte voedingsmiddelen worden weggelaten om te zien of de klachten van uw kind verdwijnen. Gevolgd door het opnieuw uitproberen van de voedingmiddelen om te bekijken of de klachten weer terug komen. Vanuit preventie oogpunt is het belangrijk om de eerste 4-6 maanden borstvoeding te blijven geven. De diëtist kan u helpen bij de uitvoering van het dieet in de praktijk en ervoor zorgen dat u geen tekorten gaat krijgen. Krijgt uw kindje al flesvoeding dan kan de kinderdiëtist u helpen met vragen over de verschillende soorten voedingen. Ergens tussen de 4 maanden en 6 maanden mag uw kindje starten met bijvoeding. De kinderdiëtist kan u ondersteunen bij de introductie en informatie geven welke producten koemelk bevatten en dus vermeden moeten worden.
Ondergewicht
Heeft uw kind(je) een te laag gewicht en lijkt dit een negatieve invloed te hebben op de groei en gezondheid van uw kind dan kan de kinderdiëtist de voeding van uw kind berekenen op voedingsstoffen en zo nodig aanpassen en u ondersteunen met de uitvoering van de energieverrijkte adviezen.
Overgewicht
Een kind met overgewicht kan problemen krijgen met bewegen en sporten. Vaak worden ze met hun overgewicht gepest, waardoor ze onzeker kunnen worden en weinig zelfvertrouwen hebben. Ook wordt het risico op diabetes, hart- en vaatziekten en gewrichtsproblemen groter. Wilt u samen met uw kind het overgewicht aan gaan pakken, dan kan de kinderdiëtist (eventueel met behulp van de kinderfysiotherapeut en kinderpscholoog/orthopedagoog) u helpen om de energie-inname aan te passen aan de energiebehoefte en u ondersteunen bij het veranderen van de voeding.
Moeilijke eters/lastige eters
Wanneer een kind niet wil eten of juist heel kieskeurig is, kan dat ouders behoorlijk wat hoofdbrekens bezorgen en veel stress aan tafel geven. De kinderdiëtist kan berekenen of uw kind geen tekorten dreigt te krijgen en zo nodig helpen met het optimaliseren van de voeding. Afhankelijk van de oorzaak is er samenwerking met de (pre-verbale)logopedist, kinderpsycholoog of kinderfysiotherapeut.
Buikklachten
Heeft uw kind last van buikpijn, obstipatie of juist diarree of wisselen buikpijn en obstipatie zich af dan kan de kinderdiëtist onderzoeken of voedingsfactoren een rol spelen.
Lactose-intolerantie
Lactose is melksuiker en komt voor in melk en melkproducten. Het moet in de darm verteerd worden door het enzym lactase. Wanneer er te weinig lactase is kan de lactose niet verteerd worden en komt in de dikke darm terecht en gaat daar klachten veroorzaken zoals winderigheid, darmkrampen en diarree of juist obstipatie. Melkproducten leveren belangrijke voedingsstoffen zoals kalk en vitamine B2 en kunnen niet zomaar uit de voeding van uw kind worden weggelaten. De kinderdiëtist kan u helpen bij het zoeken naar goede vervangingen en helpen bij het bepalen van de tolerantiegrens voor lactose.
Coeliakie
Coeliakie of glutenintolerantie is een aandoening van de dunne darm. Als gevolg van een overgevoeligheid voor gluten (een eiwit wat voor komt in tarwe, rogge, gerst, spelt en kamut) ontstaat er een beschadiging aan de darmwand, waardoor voedingsstoffen minder goed kunnen worden opgenomen en er diverse klachten kunnen ontstaan zoals darmklachten, moeheid, lusteloosheid, bloedarmoede, botontkalking en groeiachterstand bij kinderen. De enige therapie is een glutenvrij dieet. Heeft uw kind coeliakie dan kan de kinderdiëtist u informeren over het glutenvrij dieet, zoeken naar alternatieven en zorgen dat de voeding volwaardig blijft.
Voedselovergevoeligheid
Voedselallergie lijkt steeds meer voor te komen. Allerlei voedingsmiddelen kunnen een rol spelen variërend van melk tot pinda, vis, diverse fruitsoorten etc. De kinderdiëtist kan een rol spelen bij het stellen van de diagnose en zodra duidelijk is voor welke allergenen uw kind allergisch is, informatie geven hoe de allergenen vermeden kunnen worden, zoeken naar alternatieven en zorg dragen voor de volwaardigheid van de voeding.
Vergoedingen
Dieetbehandeling wordt vergoed voor 3 behandeluren vanuit de basisverzekering. Een kind heeft geen eigen risico. Daarnaast hebben veel zorgverzekeraars een vergoeding voor dieetbehandeling in hun aanvullende pakketten opgenomen.
Verwijzing:
Voor kinderdiëtetiek heeft u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist..
Logopedie
De logopedist begeleidt kinderen die problemen hebben op het gebied van mondfuncties, spraak, taal, stem, gehoor en/of auditieve functies.
De logopedist doet onderzoek, diagnosticeert, adviseert en begeleidt het kind, de ouders en/of betrokkenen.
In de loop van de eerste ontwikkelingsjaren leert het kind door kijken, luisteren en nadoen langzaamaan de taal en het spreken. Het kan zijn dat basisvoorwaarden om hiertoe te komen ontbreken of niet goed ontwikkelen. De logopedist helpt deze basisvoorwaarden te ontwikkelen en/of de taal en spraak te stimuleren. Daarnaast kan het zijn dat er problemen zijn van functionele aard; bijvoorbeeld onvoldoende beheersing van de spieren in het mondgebied, het niet- of niet goed uitspreken van klanken, een hese stem, onvloeiend spreken. Ook hierbij helpt de logopedist.
Voor welke kinderen?
Logopedie is bestemd voor kinderen die (ontwikkelings)problemen hebben op de volgende gebieden:
- gehoor
- auditieve functies (concentratie, discriminatie, geheugen)
- mondfuncties (blazen, zuigen, slikken)
- (uit)spraak
- taal begrijpen en gebruiken
- sociaal-emotionele-communicatieve ontwikkeling
- vloeiendheid van het spreken
- stem
Het betreft kinderen in de leeftijd van 2 tot 18 jaar.
Onderzoek, diagnose en behandeling
Na aanmelding zal de logopedist eerst tijdens een gesprek met de ouders de hulpvraag en de ontwikkelingsgeschiedenis van het kind in kaart brengen. Vervolgens zal d.m.v. logopedisch onderzoek een diagnose gesteld worden en een voorstel voor een behandelplan worden geformuleerd. De diagnose en het behandelplan worden met de ouders besproken. Indien ouders akkoord zijn met het voorgestelde plan, volgt logopedische behandeling.
Behandeling en begeleiding
- Is gericht op verbetering en bevordering van bovengenoemde problemen (indien hiervan sprake is)
- Bestaat uit het geven van adviezen en begeleiding van de ouders en betrokkenen
- Bestaat uit het direct behandelen van het kind
- Is individueel gericht en duurt 30 minuten (behandeling en nabespreking)
- vindt plaats op locatie van de therapeut en in incidentele gevallen aan huis
Het uiteindelijke doel is dat het kind zelfredzaam is in voorkomende communicatieve situaties in zijn/haar sociale omgeving.
Indien nodig werkt de logopedist samen met andere hulpverleners die betrokken zijn bij het kind, zoals bijvoorbeeld een leerkracht, fysiotherapeut, specialist, diëtist, remedial teacher.
Wie behandelt er?
De all-round logopedist, die geregistreerd is in het Kwaliteitsregister Paramedici en lid is van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie.
Verwijzing
Logopedisch onderzoek en -begeleiding vindt plaats op verwijzing van een huisarts of specialist. De huisarts of specialist wordt op de hoogte gehouden van de bevindingen en het verloop van de behandeling.
Vergoeding
Logopedie valt binnen het basispakket van de ziektenkostenverzekering en wordt volledig vergoed.
Fysiotherapie
In Kinderpraktijk Breda werken gespecialiseerde kinderfysiotherapeuten. Zij werken, als dat onderdeel is van de hulpvraag of als de hulpvraag complex is, samen met de andere disciplines die participeren in de Kinderpraktijk. Therese Hermans is gespecialiseerd in sensorische integratietherapie.
De samenwerking met de orthopedagoog, dietist, logopedist en de speltherapeut maakt het mogelijk om kinderen die problemen en /of vragen hebben op meerdere ontwikkelingsgebieden onder een dak te begeleiden waarbij er in overleg met de ouders een intensieve samenwerking gerealiseerd kan worden. Natuurlijk zijn ook kinderen met een enkelvoudig hulpvraag op het gebied van het bewegend functioneren van harte welkom in de Kinderpraktijk.
Kinderfysiotherapie
Goed leren bewegen is belangrijk voor de ontwikkeling van ieder kind. Meestal gaat dit vanzelf. We vinden het heel gewoon dat een kind leert lopen, rennen, klimmen en leert schrijven. Als het niet vanzelf gaat staan we er pas bij stil wat er allemaal aan te pas komt om dit allemaal te leren. De ontwikkeling kan vertraagd zijn of anders verlopen. Een motorisch probleem kan een negatieve invloed hebben op bv het zelfvertrouwen.
De kinderfysiotherapeut is er speciaal voor opgeleid om hierin na onderzoek en observatie ondersteuning en advies en behandeling te bieden, ondersteuning aan kinderen, ouders en zo nodig andere betrokkenen. De kinderfysiotherapeut heeft kennis van de ontwikkeling van de motoriek in alle leeftijdfases en heeft voor elke leeftijd de nodige meetinstrumenten en observatie middelen. De kinderfysiotherapeut heeft ook voldoende kennis betreft bv de spelontwikkeling, spraaktaalontwikkeling, de sociaal emotionele ontwikkeling en de mentale ontwikkeling en zal dan ook zonodig doorverwijzen naar andere deskundigen bij signalen op deze ontwikkelingsgebieden.
Voor welke kinderen?
Kinderfysiotherapie is algemeen gericht op vragen/problemen betreft het bewegend functioneren van kinderen van 0-18 jaar. Ouders/leerkrachten/sporttrainers/leidsters op de Peuterspeelzaal of het consultatiebureau geven vaak de eerste signalen dat er mogelijk een probleem is in de ontwikkeling van de motoriek. Een hulpvraag kan bv bestaan uit :
- Bij kinderen van 0-2:
Voorkeurshouding / vertraagde ontwikkeling / gespannen of juist te slappe baby / links rechts verschil in het bewegen van de armen en benen / te vroeggeboren kinderen / andere manier van bewegen.
Bijzondere vormen van voortbewegen / specifieke syndromen zoals bv het Downsyndroom, aangeboren orthopedische afwijkingen zoals bv klompvoetjes , kinderen met neurologische schade. - Bij peuters en kleuters 2-4 jaar:
Opvallende motoriek op de peuterspeelzaal of thuis / bewegingsangst / opvallend vaak vallen en struikelen / tenen lopen / zwakke handmotoriek / sensorische integratie problemen - Bij basisschool kinderen 4-8 jaar:
Schrijfproblemen / problemen fijne motoriek / grofmotorische problemen bv niet in de gymnastiekles mee kunnen, buitenspelen / fietsen lukt niet / Onhandige motoriek bij de algemeen dagelijkse handelingen zoals bv eten drinken aan en uitkleden / DCD / houdingsproblemen / sportblessures / ademhalingsproblemen / orthopedische problemen zoals bv tenenlopen / scoliose / sensorische integratieproblemen - Bij oudere kinderen vanaf 8 jaar:
Kinderen met houdingsproblemen / pijnklachten bij het bewegen / schrijfproblemen / DCD / ademhalingsproblemen / achterstand in de grove en fijne motoriek / onbegrepen vermoeidheidsklachten
Kinderen met sensorische integratieproblemen
Deze problemen kunnen zich voordoen bij kinderen van alle leeftijden. Wanneer we met onze zintuigen iets zien, ruiken, proeven of horen noemen we dat waarnemen. Vaak is zo’n waarneming een aanleiding om iets wel / niet te doen. Maar ook bij dagelijkse activiteiten zoals eten en aankleden maken we gebruik van de informatie van deze waarnemingen. De samenwerking tussen waarnemen en de activiteit die daarvan het gevolg is wordt sensomotorische integratie genoemd. Kinderen maken hier bv gebruik van bij het spelen.
Bij Sensorische integratie neemt het voelen van aangeraakt worden en bewogen worden en het voelen in welke houding je je bevindt en welke bewegingen je maakt, een belangrijke plaats in. Het belang dat aan een goed gebruik van deze zintuigen wordt gehecht voor de ontwikkeling van een kind is terug te voeren op de rol die ze spelen bij het handhaven van evenwicht en stabiliteit. Het handhaven daarvan heeft altijd voorrang boven het uitvoeren van andere activiteiten. De verschillende manieren van voelen werken hierbij nauw samen, maar hebben in dit proces een andere functie.
Het tastgevoel
Het tastzintuig bevindt zich vooral in onze huid. Hierdoor kunnen we voelen wanneer we aangeraakt worden en voelen of iets warm of koud is en hard of zacht. Ook of het prettig is om door iemand aangeraakt te worden maar ook of de grond stevig genoeg is om op te staan. Dit wordt ook wel tactiele informatie genoemd.
Het evenwichtsgevoel
De informatie van het evenwichtsorgaan, noemen we het evenwichtsgevoel. Dit orgaan informeert ons over de stand en de bewegingen van het hoofd. Hierdoor waarschuwt het evenwichtsorgaan als we dreigen te vallen. Bijvoorbeeld bij het struikelen over een losse stoeptegel. Dit gevoel wordt vestibulaire informatie genoemd.
Het houdings en bewegingsgevoel.
Deze informatie is afkomstig uit zintuigcellen in onze spieren en gewrichten. Hierdoor krijgen we vooral informatie over de houding van ons lichaam en de manier waarop we zelf bewegen. Dit gevoel wordt ook proprioceptieve informatie genoemd. Zintuigen kunnen ondergevoelig reageren of juist overgevoelig en dit heeft invloed op het motorisch functioneren. Enkele voorbeelden hiervan zijn angst om te bewegen / niet zelf van de ene houding in de andere durven komen / niet graag in aanraking komen met zand, verf, een hekel hebben aan vieze handen / afkeer van bepaalde materialen / niet graag bewogen worden / kinderen die geen angst kennen of juist erg angstig zijn / kinderen die niet goed kunnen stilzitten.
De kinderfysiotherapeut onderzoekt welke zintuigen over of ondergevoelig zijn. In de behandeling wordt invloed uitgeoefend op een beter gedoseerde prikkelverwerking en samenwerking tussen de verschillende zintuigen.
Onderzoek en behandeling kinderfysiotherapie
Bij het eerste contact wordt de voorgeschiedenis en de hulpvraag met de ouders besproken. Afhankelijk van de leeftijd van het kind en de hulpvraag wordt het kind geobserveerd met de voor die leeftijd beschikbare meetinstrumenten. De oefenruimte en het materiaal is uitnodigend en passend bij de leeftijd en het niveau van het kind. De onderzoeksresultaten worden met de ouders besproken ( en met de kinderen zelf als ze hier oud genoeg voor zijn ) en er wordt een advies dan wel behandelingsvoorstel gedaan.
Verwijzing
Voor kinderfysiotherapie heeft u geen verwijzing nodig. Het mag wel. Het wordt vergoed vanuit de basisverzekering (18 sessies). Is er daarna nog begeleiding nodig dan kan dat vanuit de aanvullende verzekering of middels een verwijzing van een medisch specialist. Als een kind bij de kinderfysiotherapeut komt zonder verwijzing dan onderzoekt de kinderfysiotherapeut middels een korte screening eerst of een nader onderzoek door bv de huisarts gewenst is.
Pedagogiek en orthopedagogiek
Pedagogiek is de wetenschap van de ontwikkeling van een kind tot aan zijn volwassenheid. De orthopedagogiek is een specialisatie binnen de pedagogiek en houdt zich bezig met de begeleiding van kinderen die om welke reden dan ook in hun ontwikkeling gehinderd worden. De problemen kunnen liggen op het gebied van gedrag, leren en/of opvoeding.
Binnen de orthopedagogiek staat het kind in interactie en relatie met zijn of haar omgeving centraal. Voor de ontwikkeling naar volwassenheid is het kind immers afhankelijk van de omgeving. Met omgeving wordt niet alleen het gezin bedoeld, maar ook school en vriendjes en vriendinnetjes.
Daarnaast ligt binnen de orthopedagogiek vooral de nadruk op handelen: hoe kan dit specifieke kind in deze specifieke situatie het best worden begeleid naar zijn volwassenheid?
Taken van de orthopedagoog
De orthopedagoog houdt zich bezig met het begeleiden van kinderen in probleemsituaties, maar ook met de begeleiding/ondersteuning van de opvoeders (ouders, leerkrachten). De taak van de orthopedagoog is te komen tot een begeleidingsplan om de situatie te verbeteren en ervoor te zorgen dat een kind of jeugdige de ondersteuning en begeleiding krijgt die het best bij zijn of haar karakter en problemen aansluit. Om dit te bereiken gaat de orthopedagoog in eerste instantie in gesprek met de ouders en – in overleg met ouders – andere betrokkenen. In dit gesprek wordt ingegaan op de hulpvraag en de ontwikkeling van het kind of de jongere. Afhankelijk van de hulpvraag kan worden overgegaan op begeleiding of op psychologisch onderzoek. Dit onderzoek is bedoeld om te achterhalen met welke problemen het kind of de jongere kampt, wat hiervan de oorzaak is en hoe de begeleiding het best vormgegeven kan worden.
Orthopedagogische/psychologische begeleiding
Begeleiding kan worden ingezet op de gebieden gedrag, opvoeding en/of leren. Orthopedagogische/psychologische begeleiding kan worden ingezet bij:
- laag zelfbeeld/verbeteren van het zelfvertrouwen
- pesten/verbeteren van de weerbaarheid
- (faal)angst
- gedragsproblemen
- herkennen/uiten van emoties
- aandacht- en concentratieproblemen/ADHD
Binnen de begeleiding is oplossingsgericht werken het uitgangspunt.
Oplossingsgericht werken gaat uit van het idee dat praktisch alle problemen kunnen worden opgevat als vaardigheden die nog ontwikkeld moeten worden en gaat uit van een positieve benadering. Ook kan worden ingezet op ouderbegeleiding en psycho-educatievoor ouders en kinderen.
Psycho-educatie
Als er bij een kind of jongere vastgesteld is dat er sprake is van een stoornis als ADHD of bijvoorbeeld een vorm van autisme (klassiek autisme, syndroom van Asperger, PDD-nos), dan betekent dit niet dat de problemen opgelost zijn. Ouders maar ook de kinderen zelf blijven hierna vaak nog met veel vragen zitten:
- Wat houdt deze stoornis nu precies in?
- Wat betekent dit voor ons gezin en de opvoeding?
- Welk (probleem)gedrag kan worden verklaard vanuit deze stoornis en welk gedrag juist niet?
- Wat kunnen we doen?
Psycho-educatie is een vorm van begeleiding waarbij voorlichting, informatie, steun en advies over de betreffende stoornis gegeven wordt. Deze vorm van begeleiding kan worden gegeven aan ouders, aan het kind/de jongere zelf, maar ook aan broertjes en zusjes of opa en oma.
Remedial teaching
Wanneer de begeleiding alleen toegespitst is op het leren (didactische vaardigheden), dan wordt gesproken over remedial teaching of orthodidactische begeleiding. Deze begeleiding wordt gegeven door een remedial teacher.
De remedial teacher verleent hulp aan kinderen met leerproblemen. Afhankelijk van de hulpvraag richt de begeleiding zich op lezen, taal, spelling en/of rekenen. Er kan sprake zijn van een specifieke leerstoornis als dyslexie of dyscalculie, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Naast de verschillende leergebieden kan ook worden gewerkt aan aandacht, concentratie en werkhouding.
Remedial teaching kan ook worden ingezet bij leerlingen in het voortgezet onderwijs:
- Begeleiding bij de moderne vreemde talen en het vak Nederlands (bijvoorbeeld voor leerlingen met dyslexie);
- Studievaardigheden, ‘leren leren’;
Psychologisch onderzoek
Psychologisch onderzoek – ook wel psychodiagnostisch onderzoek genoemd – wordt ingezet om in kaart te brengen met welke problemen het kind of de jongere kampt, wat hiervan de oorzaak kan zijn en wordt op onze praktijk vooral ook ingezet om te bepalen op welke manier dit specifieke kind geholpen kan worden.
De vragen voor psychologisch onderzoek gaan in op de volgende gebieden:
- Intelligentie;
- Informatieverwerking (onder andere aandacht en concentratie, geheugen en waarneming);
- Beleving van het kind over zichzelf en/of de omgeving (leeftijdsgenoten, gezin, school);
- Persoonlijkheidskenmerken of eigenschappen;
Daarnaast kunt u bij ons terecht voor onderzoek bij leerproblemen zoals dyslexie(lezen/spellen) of dyscalculie (rekenen).
Een onderzoek begint altijd met een gesprek met ouders. Hierbij wordt de ontwikkeling van het kind in kaart gebracht en wordt dieper ingegaan op de hulpvraag. Op basis van deze hulpvraag wordt gekeken welke testen nodig zijn en wordt het onderzoek op maat samengesteld.
Het onderzoek zelf neemt meestal twee dagdelen in beslag. De data en tijden worden in overleg bepaald. De onderzoeksresultaten en de hieruit voortvloeiende adviezen worden verwerkt in een verslag. Het verslag wordt met ouders besproken.
De kosten van onderzoek en begeleiding zijn afhankelijk van de hulpvraag en vallen (deels) onder de zorgverzekering. U kunt bij uw zorgverzekeraar navragen welke vergoeding zij bieden voor behandeling door een orthopedagoog-generalist of eerstelijns psychologische zorg door een orthopedagoog-generalist.
Preverbale logopedie
Preverbale logopedie:
Eet- en drinkproblemen bij jonge kinderen
De behandeling van eet- en drinkproblemen bij kinderen valt onder preverbale logopedie: logopedie voordat het spreken begint.
In de loop van het eerste levensjaar leert het kind allerlei verschillende soorten voedsel eten en drinken. Dit hoeft niet altijd vanzelf te gaan. Het kan zijn dat het kind niet goed kan eten en of drinken door een medisch probleem. Ook kan het zijn dat hij of zij niet wil of durft te eten door negatieve of onprettige ervaringen. Een preverbaal logopedist begeleidt en adviseert hierbij en behandelt indien nodig.
Voor welke kinderen?
Preverbale logopedie is bestemd voor baby’s en jonge kinderen die moeite hebben met:
- drinken uit de borst
- drinken uit de fles
- eten van de lepel
- kauwen
- slikken>/li>
- drinken uit een beker
- controle van speeksel (overmatig kwijlen)
Het kind kan bijvoorbeeld gaan kokhalzen, spugen of zich verslikken en zelfs voeding gaan afweren of weigeren. Soms komt het voor dat een kind hierdoor een periode afhankelijk is van sondevoeding. De logopedist kan ook een rol spelen bij het afbouwen van de sondevoeding. Er wordt gesproken over baby’s en veelal jonge kinderen. Toch komt het soms voor dat oudere kinderen begeleiding krijgen van een preverbale logopedist in verband met eet- en drinkproblemen.
Onderzoek en behandeling
Voordat een behandeling start, spreekt de logopedist uitvoerig met de ouder/verzorger over het probleem en de hulpvraag. Vervolgens wordt gekeken naar de spierkracht en het gevoel in en rond de mond van het kind. Daarna zal de logopedist het eten en drinken observeren. Op basis van de verkregen informatie wordt samen met de ouder beslist of behandeling gestart wordt en in welke vorm.
Behandeling en begeleiding:
- Is gericht op het verbeteren van de mondmotoriek en het gevoel in het mondgebied
- Bestaat uit het geven van adviezen en begeleiding van de ouder / naaste omgeving.
- Bestaat uit het direct behandelen van het kind
- Is individueel gericht en duurt 30-60 minuten
- Kan thuis of op locatie van de therapeut plaatsvinden.
Het uiteindelijke doel is dat het kind veilig en voldoende eet en drinkt. Indien nodig werkt de logopedist samen met andere hulpverleners die betrokken zijn bij het kind zoals bijvoorbeeld een fysiotherapeut of diëtist.
Wie behandelt er?
Gespecialiseerde logopedisten die zich bezighouden met preverbale logopedie hebben na hun logopedieopleiding aanvullende scholing gevolgd op het gebied van eet- en drinkproblemen bij kinderen. Zij zijn hiervoor geregistreerd bij de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie.
Verwijzing
Behandeling en begeleiding vindt plaats op verwijzing van een huisarts of specialist. Het is belangrijk dat de arts eerst bekijkt of er een medische oorzaak ten grondslag ligt aan de eet- en drinkproblemen. De huisarts of specialist wordt op de hoogte gehouden van de bevindingen en het verloop van de behandeling.
Vergoeding
Preverbale logopedie (aan huis) valt binnen het basispakket van de ziektenkostenverzekering en wordt volledig vergoed.